blo

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  blo    (hulp, bestand)
  • IPA: /'blo/
  • IPA: /beɛ'lo/
Woordafbreking
  • blo
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vreesachtig’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen blobloderbloodst
verbogen -bloderebloodste
partitief bloodsbloders-

Bijvoeglijk naamwoord

blo

  1. schuchter, bedeesd, verlegen, blood, bleu, blode
  2. laf
Afgeleide begrippen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord blo -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetbloo

Gangbaarheid

  • Het woord blo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
13 %van de Nederlanders;
23 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen


Luxemburgs

Bijvoeglijk naamwoord

blo

  1. blauw


Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • blo
stellend vergrotend overtreffend
blo

Bijvoeglijk naamwoord

blo

  1. (kleur) blauw
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.