boekenlegger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boekenlegger    (hulp, bestand)
  • IPA: /'bukənlɛɣər/ (4 lettergrepen); /'bukəlɛɣər/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • boe·ken·leg·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boekenlegger boekenleggers
verkleinwoord boekenleggertje boekenleggertjes

Zelfstandig naamwoord

deboekenleggerm

  1. strook kaartkarton, leer of stof om een bladzijde in een boek mee te markeren, zonder dat die bladzijde daarvan schade oploopt
    • een leeslint is een ingebouwde boekenlegger. 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord boekenlegger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.