boerenperzik

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boerenperzik    (hulp, bestand)
  • IPA: /burə(n)ˈpɛrzɪk/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • boe·ren·per·zik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boerenperzik boerenperziken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deboerenperzikv/m

  1. (landbouw) buiten, niet in een kas gekweekte fruitboom van de soort Prunus persica 
     De meest populaire van deze rassen is de in Limburg, Zuid-Gelderland en Noord-Brabant algemeen verbreide boerenperzik, bekend als Pierk, Park of Rouwkous.[2]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'boerenperzik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Zesde beschrijvende rassenlijst voor fruit”, 6e druk (1948), Commissie voor de rassenlijst voor fruit, 's-Gravenhage, p. 88 kol. 1
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.