bouwsteen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bouwsteen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɑusten/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bouw·steen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwsteen bouwstenen
verkleinwoord bouwsteentje bouwsteentjes

Zelfstandig naamwoord

debouwsteenm

  1. (bouwkunde) steen om mee te bouwen
  2. blok uit een bouwdoos
  3. elk onmisbaar onderdeel in figuurlijke zin gebruikt
    • Die versneller moet de opvolger worden van de Large Hadron Collider (LHC), die na aanpassingen overigens nog tot 2040 metingen kan verrichten. De LHC is het pronkstuk van de huidige deeltjesfysica, de natuurkundetak die het tot zijn missie maakt om de allerkleinste bouwsteentjes te vinden waarvan alles om ons heen is gemaakt. [1] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bouwsteen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.