combine

Nederlands

Uitspraak
  • [A] samenwerkingsvorm:
  • Geluid:  combine    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɔmˈbi.nə/
  • [B] landbouwmachine:
  • Geluid:  combine    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɔmˈbɑjn/
Woordafbreking
  • [A] com·bi·ne
  • [B] com·bine
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord combine combines
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

[A]decombinev

  1. (sport) groep wielrenners die tijdens een koers samenwerken om hun meest gevreesde tegenstanders in te halen of voor te blijven
  2. groep mensen, partijen of bedrijven die samen een aan een gedeeld belang werken
Synoniemen
enkelvoud meervoud
naamwoord combine combines
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

[B]decombinev/m

  1. (landbouw) landbouwmachine die granen en zaden bij het oogsten in een keer maait, dorst en zeeft
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord combine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Woordherkomst en -opbouw
  • [werkwoord]: van Frans combiner
  • [zelfstandig naamwoord]: (verkorting) combine harvester "gecombineerde oogstmachine"
vervoeging
onbepaalde wijs to  combine 
he/she/it  combines 
verleden tijd  combined 
voltooid
deelwoord
 combined 
onvoltooid
deelwoord
 combining 
gebiedende wijs  combine 

Werkwoord

combine

  1. bij elkaar voegen, verenigen
enkelvoud meervoud
combine combines

Zelfstandig naamwoord

combine

  1. combine, landbouwmachine die granen en zaden bij het oogsten in een keer maait, dorst en zeeft
Overerving en ontlening

Frans

Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

combine v

  1. (spreektaal) truc, foefje, list
    «A l'époque, on avait nos combines
    We hadden toen zo onze trucjes. [1]
  2. opzetje, stiekem plan
  3. (spreektaal) onderjurk [1]
Overerving en ontlening

Verwijzingen

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
combinar

combine

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van combinar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van combinar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van combinar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.