curie

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

  • [A] Geluid:  cúrie    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈkyri/ (2 lettergrepen)
  • [B] Geluid:  curíé    (hulp, bestand)
    • IPA: /kyˈri/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • cu·rie
Woordherkomst en -opbouw
  • [1], [2]: van Latijn curia, in de betekenis van ‘pauselijke regering’ voor het eerst aangetroffen in 1851 [1]
  • [3]: eponiem; vernoemd naar de twee pioniers op het gebied van radioactiviteit, het 18e-eeuwse Pools-Franse echtpaar Marie en Pierre Curie
enkelvoud meervoud
naamwoord curie curies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

[A]decúriev

  1. het bestuursorgaan van de Heilige Stoel ten behoeve van de gehele Rooms-Katholieke Kerk
  2. het bestuursorgaan van een bisdom

[B]decuríév

  1. (natuurkunde), (eenheid) een verouderde eenheid van radioactiviteit ter grootte van 3,7x10+10 desintegraties per seconde, weergegeven met symbool Ci
    • Een gram 222Ra heeft bij benadering een activiteit van 1 curie. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord curie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
69 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.