dichter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dichter    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdɪxtər/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • dich·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dichter dichters
verkleinwoord dichtertje dichtertjes

Zelfstandig naamwoord

dedichterm

  1. (beroep) iemand die poëtische kunst voortbrengt
    • Guido Gezelle en Gerard Achterberg zijn beroemde dichters. 
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • dichterschool
  • dichtersfestival
  • dichtersgeest
  • dichtersgroep
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

dichter

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van dicht
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord dichter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Achterhoeks

Zelfstandig naamwoord

dichter

  1. (beroep) dichter

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

dichter

  1. (beroep) dichter
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.