dichter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dichter (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdɪxtər / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- dich·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dichter | dichters |
verkleinwoord | dichtertje | dichtertjes |
Zelfstandig naamwoord
de dichter m
- (beroep) iemand die poëtische kunst voortbrengt
- Guido Gezelle en Gerard Achterberg zijn beroemde dichters.
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
|
Vertalingen
1. iemand die poëtische kunst voortbrengt
Bijvoeglijk naamwoord
dichter
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van dicht
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord dichter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dichter" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Achterhoeks
Zelfstandig naamwoord
dichter
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
dichter
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.