dierluis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dierluis    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdirlœys/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • dier·luis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dierluis dierluizen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dedierluisv/m

  1. (dierkunde) benaming voor insecten uit de orde Phthiraptera , die vooral uit kleine parasieten zonder vleugels bestaat
     Elke bloedzuigende luis (dierluis) is –in tegenstelling tot vlooien– gastheer-specifiek. Dat houdt in dat hondenluizen alleen van hondenbloed kunnen leven en hoofdluizen uitsluitend van mensenbloed.[1]
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen

ook samengesteld met "luis" als tweede deel, maar niet behorend tot deze orde:

Gangbaarheid

  • Het woord 'dierluis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Paul
    “Hoofdluis & neten in huis? Direct hoofdluizen bestrijden!” (6 september 2017) op gezondr.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.