doopvont

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doopvont    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdopfɔnt/ (2 lettergrepen); /ˈdop.vɔnt/
Woordafbreking
  • doop·vont
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doopvont doopvonten
verkleinwoord doopvontje doopvontjes

Zelfstandig naamwoord

doopvont v/m en o

  1. (religie) bekken voor de bediening van de doop en het bewaren van het doopwater in een kerkgebouw
    • Het doopvont wordt gebruikt bij de bediening van het sacrament van de Heilige Doop.[5] 
Synoniemen
  • doopbekken
Vertalingen
Overerving en ontlening

Gangbaarheid

  • Het woord doopvont staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
75 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[8]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Samuel Hannot & David van Hoogstraten
    “Nieuw woordboek der Nederlantsche en Latynsche tale”, Boom, Halma, Goris Amsterdam - Dordrecht, p. 188
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. doopvont op website: Etymologiebank.nl
  4. "doopvont" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  5. Doopvont in Zuidland
  6. Weblink bron dopfunt in: Svensk ordbok (2009), Svenska Akademien op svenska.se
  7. Weblink bron døbefont in:
    Verner Dahlerup, Lis Jacobsen et al. (red.)
    Ordbog over det danske Sprog (1919-1956, suppl. 1992-2005), Det Danske Sprog- og Litteraturselskab op ordnet.dk
  8. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.