doorgang
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: doorgang (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdorɣɑŋ / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- door·gang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doorgang | doorgangen |
verkleinwoord | doorgangetje | doorgangetjes |
Zelfstandig naamwoord
de doorgang m
- opening waar men doorheen kan gaan
- In een deel van deze heuvels moest zich een doorgang bevinden die naar de Vallei der Dwaasheid leidde. [2]
- gelegenheid door te gaan
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
- nuldoorgang, onderdoorgang, stroomdoorgang
Afgeleide begrippen
- doorgangshoogte, doorgangshuis, doorgangskamp, doorgangspost, doorgangsweg
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord doorgang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doorgang" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Herzen, FrankDe zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 114
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.