driehonderdnegenenveertig

Nederlands

0349
driehonderdnegenenveertig,
op een abacus
Uitspraak
  • Geluid:  driehonderdnegenenveertig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌdrihɔndərtˈneɣənənˌfertəx/ (8 lettergrepen)
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·ne·gen·en·veer·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

driehonderdnegenenveertig

  1. "349", het getal tussen driehonderdachtenveertig en driehonderdvijftig, driehonderd plus negenenveertig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen driehonderdnegenenveertig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdnegenenveertig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • driehonderdnegenenveertigste

hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdnegenenveertig" ht als linkerdeel

  • driehonderdnegenenveertigduizend
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord driehonderdnegenenveertig driehonderdnegenenveertigs
verkleinwoord driehonderdnegenenveertigje driehonderdnegenenveertigjes

Zelfstandig naamwoord

dedriehonderdnegenenveertigv/m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 349 is aangeduid
    • Als jij driehonderdnegenenveertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

dedriehonderdnegenenveertigmv

  1. groep van 349 eenheden
    • Die driehonderdnegenenveertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'driehonderdnegenenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.