driehonderdtweeënveertig

Uitspraak

• Geluid:  driehonderdtweeënveertig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌdrihɔndərˈtwejənˌfertəx / (7 lettergrepen)

Woordafbreking

• drie·hon·derd·tweeën·veer·tig, drie·hon·derd·twee·en·veer·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  driehonderd ht  en  tweeënveertig ht 

Hoofdtelwoord

driehonderdtweeënveertig

1. "342", het getal tussen driehonderdeenenveertig en driehonderddrieënveertig, driehonderd plus tweeënveertig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De totale kosten bedragen driehonderdtweeënveertig euro en zevenendertig cent. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdtweeënveertig van het grootste hotel. 

Zelfstandig naamwoord

de driehonderdtweeënveertig v / m

1. dat wat in een (rang)ordening met 342 is aangeduid

   • Als jij driehonderdtweeënveertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de driehonderdtweeënveertig mv

1. groep van 342 eenheden

   • Die driehonderdtweeënveertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

• Het woord 'driehonderdtweeënveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.