driehonderdzesenveertig

Nederlands

0346
driehonderdzesenveertig,
op een abacus
Uitspraak
  • Geluid:  driehonderdzesenveertig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌdrihɔndərtˈsɛsənˌfertəx/ (7 lettergrepen)
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·zes·en·veer·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

driehonderdzesenveertig

  1. "346", het getal tussen driehonderdvijfenveertig en driehonderdzevenenveertig, driehonderd plus zesenveertig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen driehonderdzesenveertig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdzesenveertig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • driehonderdzesenveertigste

hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdzesenveertig" ht als linkerdeel

  • driehonderdzesenveertigduizend
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord driehonderdzesenveertig driehonderdzesenveertigs
verkleinwoord driehonderdzesenveertigje driehonderdzesenveertigjes

Zelfstandig naamwoord

dedriehonderdzesenveertigv/m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 346 is aangeduid
    • Als jij driehonderdzesenveertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

dedriehonderdzesenveertigmv

  1. groep van 346 eenheden
    • Die driehonderdzesenveertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'driehonderdzesenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.