drietal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  drietal    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdritɑl/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • drie·tal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord drietal drietallen
verkleinwoord drietalletje drietalletjes

Zelfstandig naamwoord

hetdrietalo

  1. welgeteld drie
    • Er werd een drietal redenen genoemd. 
  2. groep van drie
    • Het vrolijke drietal liep lachend weg. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord drietal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.