epidemický
Slowaaks
Uitspraak
- IPA: /ɛpɪdɛmɪtskiː/
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het zelfstandig naamwoord epidémia met het achtervoegsel -cký
Bijvoeglijk naamwoord
epidemický
- epidemisch; met betrekking tot epidemieën
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /ɛpɪdɛmɪtskiː/
Woordafbreking
- epi·de·mic·ký
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
epidemický
- epidemisch; met betrekking tot epidemieën
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
mannelijk | vrouwelijk | onzijdig | mannelijk | vrouwelijk | onzijdig | |||
bezield | onbezield | bezield | onbezield | |||||
nominatief | epidemický | epidemická | epidemické | epidemičtí | epidemické | epidemická | ||
genitief | epidemického | epidemické | epidemického | epidemických | ||||
datief | epidemickému | epidemické | epidemickému | epidemickým | ||||
accusatief | epidemického | epidemický | epidemickou | epidemické | epidemické | epidemická | ||
vocatief | epidemický | epidemická | epidemické | epidemičtí | epidemické | epidemická | ||
locatief | epidemickém | epidemické | epidemickém | epidemických | ||||
instrumentalis | epidemickým | epidemickou | epidemickým | epidemickými |
Afgeleide begrippen
- epidemicky (bw.)
- protiepidemický
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.