erfenis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  erfenis    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛrfənɪs/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • er·fe·nis
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘wat men erft’ voor het eerst aangetroffen in 1263-1264.[1]
  • Middelnederlands eruenesse, afleiding op -nesse van erven.[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord erfenis erfenissen
verkleinwoord erfenisje erfenisjes

Zelfstandig naamwoord

deerfenisv [3]

  1. (juridisch) het geheel aan bezittingen en schulden dat door de erflater bij zijn overlijden wordt nagelaten aan de erfgenamen
    • De erfenis was niet erg groot. 
    • Dit is het verhaal van Kleine Woord, een jongen die op reis ging om het geheim te ontdekken van een erfenis, die hij van zijn vader had gekregen. [4] 
  2. (overdrachtelijk) datgene waarmee men uit de voorgeschiedenis of gebeurtenis geconfronteerd wordt, of wat een persoon, bedrijf of organisatie achterlaat aan bijvoorbeeld kennis, normen en waarden
    • Zuid-Afrika zal nog lang met de erfenis van de apartheid te maken hebben. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord erfenis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.