ex

Niet te verwarren met: ex-

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ex    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɛks/ (1 lettergreep)
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
  • ex
enkelvoud meervoud
naamwoord ex exen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deexv/m

  1. voormalige echtgenoot of geliefde.
    • Mijn ex is gelukkig een goede vriendin van me gebleven. 
Verwante begrippen

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als voorzetsel.

Voorzetsel

ex

  1. (juridisch) zoals volgt uit
    • Ex artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek heb ik recht op schadevergoeding. 
Afgeleide begrippen

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

ex

  1. niet inbegrepen, zonder
    • De prijs is 15 euro ex verzendkosten. 

Gangbaarheid

  • Het woord ex staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ɛks/
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

[A] ex m en v

  1. (spreektaal) ex-partner, ex
    «L’ex de mon ex, n’est pas tex ni mex.»
    De ex van mijn ex is geen Tex(aan) en ook geen Mex(icaan).[1]
  2. (spreektaal) oud-medewerker, voormalig personeelslid

[B] ex m

  1. (spreektaal) eindexamenklas met exacte vakken [1]

Bijvoeglijk naamwoord

ex

  1. (spreektaal) experimenteel
    «Gérard, il kiffe les sciences ex
    Gérard is dol op experimentele wetenschap. [1]

Verwijzingen

Latijn

Voorzetsel

ĕx + ablatief

  1. uit
    «Ex urbe.»
    Uit de stad.
  2. vanaf
Opmerkingen
  • Dit voorzetsel kan de volgende vormen aannemen: "ex" voor klinker of h; "e" voor alle medeklinkers behalve h.
Verwante begrippen
Overerving en ontlening
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.