foc

Aroemeens

Zelfstandig naamwoord

foc

  1. vuur

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  foc     le foc     focs     les focs  

Zelfstandig naamwoord

foc m

  1. (scheepvaart) fok, het zeil voor de mast
  2. (spreektaal) nicht, flikker
    «Les seuls mecs qui fréquentent son cours de danse sont des focs, m'a dit Marie.»
    De enige kerels die bij haar op dansles zitten zijn nichten, zei Marie. [1]
Schrijfwijzen
Synoniemen
  • [1] voile de misaine
Verwante begrippen

Verwijzingen

Roemeens

enkelvoud meervoud
nominatief en accusatief foc focuri
lidwoordsvorm    
datief en genitief    
vocatief    

Zelfstandig naamwoord

foc o

  1. vuur, brand
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.