geslachtsziekte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geslachtsziekte    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈslɑx(t)siktə/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ge·slachts·ziek·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geslachtsziekte geslachtsziekten
geslachtsziektes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degeslachtsziektev

  1. (medisch) (seksualiteit) een aandoening aan de geslachtsorganen, vaak een seksueel overdraagbare aandoening
    • Het aantal geslachtsziekten onder jongeren groeit. 
Afgeleide begrippen
  • geslachtsziektebestrijding
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord geslachtsziekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.