grappigheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grappigheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • grap·pig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grappigheid grappigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degrappigheidv

  1. de mate waarin iets of iemand grappig is; de mate waarin je om iets kunt lachen
     Maar ik ben echt geen neger, ik ga me dadelijk wassen en dan lijk ik weer op een mens, zei Katavasov met zijn gewone grappigheid, terwijl hij haar de hand drukte en door een glimlach zijn tanden ongewoon liet schitteren in zijn zwart gezicht.[2]
     Sinds 1988 dachten we dat wel. Dat kwam door de Duitse psycholoog Strack. In zijn onderzoek moesten proefpersonen een potlood achtereenvolgens tussen hun lippen en tanden klemmen. Ondertussen moesten cartoons op grappigheid worden beoordeeld. Als een potlood tussen je tanden klemt, vormt zich een glimlach op je gezicht, en tussen je lippen veroorzaakt het een pruilgezicht. Onze stagiair wilde het wel even voordoen:[3]
  2. iets dat de bedoeling heeft een andere aan het lachen te maken
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord grappigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.