graspieper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  graspieper    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gras·pie·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord graspieper graspiepers
verkleinwoord graspiepertje graspiepertjes

Zelfstandig naamwoord

degraspieperm

  1. (zangvogels) Anthus pratensis , een zangvogel uit de familie Motacillidae
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord graspieper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.