griend

Niet te verwarren met: Griend, grient

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  griend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣrint/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • griend
Woordherkomst en -opbouw
  • [1]: van Middelnederlands grient, in de betekenis van ‘waard’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1376 [1] [2] [3]
  • [3] van Deens grind, in de betekenis van ‘griend walvisachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1864 [4] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord griend grienden
verkleinwoord griendje griendjes

Zelfstandig naamwoord

degriendm

  1. opgeslibd gebied waar veel rijshout groeit
     Eeuwenlang werkte men hier zomers bij de dijken den 's winters in de grienden[5]
  2. rietland
  3. (walvisachtigen) bepaald soort zeezoogdier, Globicephala melas , een stevige zwarte walvis, met bolvormig voorhoofd en een heel kleine snuit
Synoniemen
  • [2] gors,slik
  • [3] gewone griend, zwarte griend, traanvis
Hyperoniemen
Hyponiemen
  • [1] hakgriend, snijgriend
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • griendarbeider, griendbaas, griendbos, griendcultuur, griendgewas, griendhaantje, griendhakker, griendhout, griendkade, griendkeet, griendland, griendscherm, grienduil, griendwaard, griendwerker, griendwieder, griendwilg
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord griend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
45 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.