hanenkam

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hanenkam    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhanə(n)kɑm/
Woordafbreking
  • ha·nen·kam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hanenkam hanenkammen
verkleinwoord hanenkammetje hanenkammetjes

Zelfstandig naamwoord

dehanenkamm

  1. (schimmels) (voeding) Cantharellus cibarius , een eetbare paddenstoel met een lichte pepersmaak
  2. een kam van een haan
  3. een kamvormig kapsel midden over het overigens kaalgeschoren hoofd
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hanenkam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.