harrow
Engels
Uitspraak
- Geluid: harrow (VS) (hulp, bestand)
- IPA:
Woordafbreking
har·row
Woordherkomst en -opbouw
- van Middelengels haru, Angelsaksisch hearwa. Verder wellicht te herleiden tot Oudnoords harfr. De herkomst zou dezelfde kunnen zijn als van harvest ("oogst"). Daarmee zou het woord tevens verwant zijn met bijv. Nederlands herfst, Latijn carpere. [1]
enkelvoud | meervoud |
---|---|
harrow | harrows |
Zelfstandig naamwoord
harrow
- (landbouw), (gereedschap) eg
Uitdrukkingen en gezegden
- To be under the harrow
Diepbedroefd of zwaar gestrest zijn
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to harrow |
he/she/it | harrows |
verleden tijd | harrowed |
voltooid deelwoord |
harrowed |
onvoltooid deelwoord |
harrowing |
gebiedende wijs | harrow |
Werkwoord
harrow
- overgankelijk eggen, met een eg bewerken
- overgankelijk openrijten
- overgankelijk (zwaar) bedroeven, verdrieten
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.