harrow

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  harrow (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA:
Woordafbreking

har·row

Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
harrow harrows

Zelfstandig naamwoord

harrow

  1. (landbouw), (gereedschap) eg
Uitdrukkingen en gezegden
  • To be under the harrow
Diepbedroefd of zwaar gestrest zijn
vervoeging
onbepaalde wijs to  harrow 
he/she/it  harrows 
verleden tijd  harrowed 
voltooid
deelwoord
 harrowed 
onvoltooid
deelwoord
 harrowing 
gebiedende wijs  harrow 

Werkwoord

harrow

  1. overgankelijk eggen, met een eg bewerken
  2. overgankelijk openrijten
  3. overgankelijk (zwaar) bedroeven, verdrieten

Verwijzingen

  1. harrow, Online Etymology Dictionary
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.