havnehage
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˡhɑʋnəˈhɑːgə/
Woordafbreking
- hav·ne·ha·ge
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
havnehage m
- (landbouw) koppel, wei, weide (omheind)
- (landbouw) grasland, groenland, weiland (omheind met wat bomen en struiken)
Verbuiging
m | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | havnehage | havnehagen | havnehager | havnehagene |
genitief | havnehages | havnehagens | havnehagers | havnehagenes |
Schrijfwijzen
- [1-2]: hamnehage
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.