honderdvijfentwintig

Nederlands

0125
honderdvijfentwintig,
op een abacus
Uitspraak
  • Geluid:  honderdvijfentwintig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌhɔndərtˈfɛifənˌtwɪntəx/ (6 lettergrepen)
Woordafbreking
  • hon·derd·vijf·en·twin·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

honderdvijfentwintig

  1. "125", het getal tussen honderdvierentwintig en honderdzesentwintig, honderd plus vijfentwintig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen honderdvijfentwintig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer honderdvijfentwintig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • honderdvijfentwintigste

hooftelwoorden samengesteld met "honderdvijfentwintig" ht als linkerdeel

  • honderdvijfentwintigduizend
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdvijfentwintig honderdvijfentwintigs
verkleinwoord honderdvijfentwintigje honderdvijfentwintigjes

Zelfstandig naamwoord

dehonderdvijfentwintigv/m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 125 is aangeduid
    • Als jij honderdvijfentwintig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

dehonderdvijfentwintigmv

  1. groep van 125 eenheden
    • Die honderdvijfentwintig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

  • Het woord honderdvijfentwintig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.