huisarrest

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  huisarrest    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • huis·ar·rest
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huisarrest huisarresten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hethuisarresto

  1. (juridisch) een strafbepaling waarbij iemand verboden wordt het eigen huis te verlaten of er onbeperkt mensen te ontvangen
    • Hij kreeg huisarrest opgelegd. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord huisarrest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.