ijsduiker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ijsduiker    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛizdœykər/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ijs·dui·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ijsduiker ijsduikers
verkleinwoord ijsduikertje ijsduikertjes

Zelfstandig naamwoord

deijsduikerm

  1. (duikers) bepaald soort vogel Gavia immer , uit het geslacht Zeeduikers
  2. (sport) een persoon die de duiksport beoefent onder ijs
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'ijsduiker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.