jouwe

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jouwe    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈjɑuwə/ (2 lettergrepen)
  enkelvoud meervoud
bijvoeglijk zelfstandig bijvoeglijk zelfstandig
1e persoon mijn
m'n
mijneons, onzeonze
2e persoon
(informeel)
jouw
je
jouwejullie
je
-
2e persoon
(formeel)
(regionaal)
uwuweuwuwe
3e persoon
(mannelijk)
zijn
z'n
zijnehunhunne
3e persoon
(vrouwelijk)
haar
d'r, 'r
hare
3e persoon
(onzijdig)
zijn
z'n
(ervan)
zijne
Boven: benadrukte vorm. Onder: onbenadrukte vorm
Woordafbreking
  • jou·we

Bezittelijk voornaamwoord

jouwe

  1. zelfstandige vorm van jouwe, tweede persoon enkelvoud informeel
    • Is dit kopje nu het mijne of is het het jouwe? 
enkelvoud meervoud
naamwoord jouwe jouwen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dejouwev/m

  1. zelfstandig gebruikt bezittelijk voornaamwoord: een persoon die tot jou behoort
    • Voor jou en de jouwen ook een heel fijne Kerst en alle goeds voor het nieuwe jaar! 

Werkwoord

vervoeging van
jouwen

jouwe

  1. aanvoegende wijs van jouwen

Gangbaarheid

  • Het woord jouwe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.