kanarie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kanarie    (hulp, bestand)
  • IPA: /kaˈnari/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ka·na·rie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kanarie kanaries
verkleinwoord kanarietje kanarietjes

Zelfstandig naamwoord

dekanariem

  1. (zangvogels) benaming voor vogels uit het geslacht Serinus 
    1. bepaald soort kleine vogel, Serinus canaria 
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • alariokanarie, befkanarie, boerenluiskanarie, citroenkanarie, dikbekkanarie, fransmankanarie, kleurkanarie, kruiskanarie, mankanarie, mijnkanarie, zangkanarie, zeekanarie
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1.1] de kanarie in de koolmijn
    degeen wiens lot een eerste aanwijzing is voor een naderend probleem op veel grotere schaal
  • [1] zo high als een kanarie
    heel erg onderinvloed zijn van drugs; zo stoned als een garnaal
  Pas na vier dagen uitgebreid experimenteren begon ik het eindelijk door te krijgen en wandelde vervolgens zo high als een kanarie door de bergen. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kanarie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.