kanseliersbonus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kanseliersbonus    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌkɑnsəˈlirzbonʏs/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kan·se·liers·bo·nus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kanseliersbonus kanseliersbonussen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dekanseliersbonusm

  1. (politiek) (Duitsland) extra steun voor een partij bij kiezers en media als waardering voor de daaruit afkomstige bondskanselier
     De huidige regeringschef van het SPD-minderheidskabinet wil nog één keer als lijsttrekker van de SPD bij vervroegde verkiezingen functioneren. Zijn partij kan dan profiteren van de zogenaamde kanseliersbonus en bovendien de kiezers duidelijk maken dat de liberalen de „verraders" van het sociaaldemocratisch-liberale bondgenootschap waren.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord kanseliersbonus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron Kohl (CDU) mogelijk toch binnenkort bondskanselier : Helmut Schmidt weigert zijn biezen te pakken in: Nieuwsblad van het Noorden , jrg. 95 nr. 219 (18 september 1982), Nieuwenhuis, Groningen, p. 1 kol. 3
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.