kerstroos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kerstroos    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kerst·roos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstroos kerstrozen
verkleinwoord kerstroosje kerstroosjes

Zelfstandig naamwoord

dekerstroosv/m

  1. (bloemplanten) Helleborus niger  plant uit het geslacht nieskruid, waartoe ook de lenteroos (Helleborus oriëntalis) en stinkend nieskruid (Helleborus foetida ) behoren en die in de winter bloeit. De kerstroos staat bekend als heksenkruid
    • Twee echte buitenplanten die ’s winters bloeien, krijgen nog wel een vermelding: winterjasmijn en kerstroos. Maar ook van deze planten geldt dat ze niet inheems zijn, en dat zegt Thijsse er ook eerlijk bij.[3] 
  2. (plantkunde) Euphorbia pulcherrima 
Hyperoniemen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kerstroos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.