kerstster

Niet te verwarren met: Kerstster

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kerstster    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɛrstɛr/
Woordafbreking
  • kerst·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstster kerststerren
verkleinwoord kerststerretje kerststerretjes

Zelfstandig naamwoord

dekerststerv/m

  1. (bloemplanten) Euphorbia pulcherrima  een plant uit de wolfsmelkfamilie (Euphorbiaceae ). De soort komt van oorsprong voor in Mexico maar wordt veel gekweekt om de sierwaarde. Hij wordt in de gematigde streken, waaronder de Benelux, voornamelijk gekocht voor de kerstmis
  2. (kerst) een versiering of decoratie in de vorm van een ster, zoals die rond de Kerstdagen opgehangen of neergezet wordt
     Een typische Surinaamse kunstuiting is vooral de kerstster, die rond het Kerstfeest 'n sieraad in onze huizen is en het bewijs levert van vruchtbare vrijetijdsbesteding en kunstzinnige handenarbeid.[1]
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kerstster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Coen Ooft
    Woeker in: Spanhoek (ca. 1959), W.L. Salm, Paramaribo, p. 94 op dbnl.org
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.