klam

Niet te verwarren met: klám

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klam    (hulp, bestand)
  • IPA: /klɑm/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • klam
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen klamklammerklamst
verbogen klammeklammereklamste
partitief klamsklammers-
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vochtig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]

Bijvoeglijk naamwoord

klam [2]

  1. een beetje vochtig aanvoelend
    • Van het zweten heb ik klamme handen gekregen. 
     Ik wreef mijn klamme handen droog aan mijn korte broek en stak mijn armen en wandelstokken wijd uit om als een trapezeartiest naar de overkant te balanceren, mijn blik geconcentreerd op de overkant.[3]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord klam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /klam/
Woordafbreking
  • klam

Zelfstandig naamwoord

klam monbezield

  1. misleiding
Verbuiging
Afgeleide begrippen
  • klamný
  • sebeklam monbezield
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen
  • klamání o
  • klamat imperfectief / oklamat perfectief
  • klamně (bw.)
  • klamnost v

Meer informatie

Verwijzingen

    Werkwoord

    klam

    1. informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord klamat
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.