klif

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klif    (hulp, bestand)
  • IPA: /klɪf/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • klif
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klif kliffen
verkleinwoord klifje klifjes

Zelfstandig naamwoord

klif m / o

  1. (geologie) steile hoge rots
Synoniemen
  • klift (verouderd)
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord klif staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Pools

Zelfstandig naamwoord

klif m

  1. klif

Sloveens

Zelfstandig naamwoord

klif m

  1. klif
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.