klof
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: klof (hulp, bestand)
- IPA: / klɔf / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- klof
Woordherkomst en -opbouw
- geen meervoud, via Bargoens voor "pak, kostuum" van Jiddisch קליפה (klife) "omhulsel" dat teruggaat op Hebreeuws קְלִפָּה zn (klipa) "schil, schaal, bast, huid" [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klof | - |
verkleinwoord | (kloffie) * | (kloffies) * |
Zelfstandig naamwoord
het klof o
Synoniemen
Opmerkingen
- Het verkleinwoord "kloffie" is nog wel gangbaar, maar dan als informele aanduiding van eenvoudige bovenkleding.
Gangbaarheid
- Het woord 'klof' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ klof op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron J.G.M. Moormann (ed. Nicoline van der Sijs)“De geheimtalen.” (2002; oorspronkelijk 1934), L.J. Veen, Amsterdam / Antwerpen, ISBN 9020459457, p. 210
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.