koma

IJslands

Uitspraak
  • IPA: /ˈkʰɔːma/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse koma
stamtijd
onbepaalde
wijs		 verleden tijd voltooid deelwoord
(supinum)
3e pers enk. 1e pers mv.
komakomkomumkomið
volledig

Werkwoord

koma

  1. arriveren

Zelfstandig naamwoord

koma v

  1. komst


Norn

Werkwoord

koma

  1. komen


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈkɔmɑ/
Woordafbreking
  • ko·ma
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de Oudnoorse woorden koma, kóma en kváma
stamtijd
onbepaalde
wijs		 tegenwoordige
tijd		 verleden
tijd		 voltooid
deelwoord
koma
kjem,
(bijvorm) kjemer
kom
kome,
komi

Werkwoord

koma

  1. onovergankelijk komen
  2. onovergankelijk aankomen
  3. onovergankelijk te voorschijn komen.
Schrijfwijzen
Synoniemen
  • [1] nærme seg


Turks

Woordafbreking
  • ko·ma
enkelvoud meervoud
nominatief   koma     komalar  
genitief   komanın     komaların  
datief   komaya     komalara  
accusatief   komayı     komaları  
locatief   komada     komalarda  
ablatief   komadan     komalardan  

Zelfstandig naamwoord

koma

  1. (medisch) coma
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.