krab

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  krab    (hulp, bestand)
  • IPA: /krɑp/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • krab
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘schaaldier’ voor het eerst aangetroffen in 1287 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord krab krabben
verkleinwoord krabje
krabbetje
krabjes
krabbetjes

Zelfstandig naamwoord

dekrabv/m

  1. (kreeftachtigen) kreeftachtige die leeft in de nabijheid van water
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
krabben

krab

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krabben
    • Ik krab. 
  2. gebiedende wijs van krabben
    • Krab! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krabben
    • Krab je? 

Gangbaarheid

  • Het woord krab staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.