leenstelsel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leenstelsel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlenstɛlsəl/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • leen·stel·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord leenstelsel leenstelsels
verkleinwoord leenstelseltje leenstelseltjes

Zelfstandig naamwoord

hetleenstelselo

  1. (geschiedenis) (politiek) staatsvorm gebaseerd op een hiërarchie waarvan de leden elkaar eden van trouw zweren
    • In de middeleeuwen was het leenstelsel de standaard in Europa. 
  2. (onderwijs) (Nederland) vorm van studiefinanciering door de overheid die studenten later moeten terugbetalen
     In 2015 werd het leenstelsel ingevoerd. Dit betekent dat studenten die een hbo- of wo-opleiding volgen, de studiefinanciering alleen nog maar kunnen lenen.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord leenstelsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Totale studieschuld in Nederland opgelopen tot ruim 24 miljard euro” (24 november 2021) op nu.nl
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.