lenen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lenen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlenə(n) / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- le·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lenen /ˈlenə(n)/ |
leende /ˈlendə/ |
geleend /ɣəˈlent/ |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
lenen
- overgankelijk iets wat eigendom is van een ander tijdelijk gebruiken, al dan niet in ruil voor een kleine vergoeding [3]
- Het boek dat jullie lenen van Jan, wil hij over een week weer terughebben.
- overgankelijk iets aan iemand anders te leen geven
- Kun je me dat even lenen?
- zich ~ tot/voor; mogelijk maken
- Het weer leent zich vandaag voor een wandeling.
Schrijfwijzen
- leenen ww (officiële spelling tot 1935 in Nederland en 1946 in België)
Synoniemen
Hyponiemen
- [1] ontlenen
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
Vertalingen
1. iets wat eigendom is van een ander tijdelijk gebruiken, al dan niet in ruil voor een kleine vergoeding
Zelfstandig naamwoord
de lenen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord leen
Schrijfwijzen
- leenen zn (officiële spelling tot 1935 in Nederland en 1946 in België)
Gangbaarheid
- Het woord lenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lenen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "lenen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ lenen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ lenen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.