lesgeld
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lesgeld (hulp, bestand)
Woordafbreking
- les·geld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van les zn en geld zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lesgeld | lesgelden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het lesgeld o
- (onderwijs), (financieel) geld wat je moet betalen voor onderwijs
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord lesgeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lesgeld" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.