querer

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /keˈɾeɾ/
Woordafbreking
  • que·rer
enkelvoud meervoud
querer quereres

Zelfstandig naamwoord

querer m

  1. liefde, affectie, genegenheid
Synoniemen
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
querer
quería
querido
volledig

Werkwoord

querer

  1. onovergankelijk willen
  2. overgankelijk willen, wensen
  3. willen, vragen, eisen
  4. houden van, liefhebben
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.