luchtpijp

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  luchtpijp    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lucht·pijp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord luchtpijp luchtpijpen
verkleinwoord luchtpijpje luchtpijpjes

Zelfstandig naamwoord

deluchtpijpv/m

  1. (anatomie) de luchtweg tussen het strottenhoofd tot aan de opsplitsing in de hoofdbronchi
  2. een pijpje waardoor ademgehaald kan worden
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord luchtpijp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.