lucifer

Niet te verwarren met: Lucifer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lucifer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lu·ci·fer
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘vlamhoutje’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord lucifer lucifers
verkleinwoord lucifertje lucifertjes

Zelfstandig naamwoord

deluciferm

  1. een stokje met een zwavelkopje, dienende om vuur te maken
    • De lucifer knakte, maar de jongen probeerde hem toch nog aan te ontvlammen. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lucifer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.