manas

Lets

1e persoonenkelvoudmeervoud
naamvalmvmv
nominatiefmansmanamanimanas
genitiefmanamanasmanumanu
datiefmanammanaimaniemmanām
accusatiefmanumanumanusmanas
instrumentalismanumanumaniemmanām
locatiefmanāmanāmanosmanās
vocatiefmansmanamanimanas

Bezittelijk voornaamwoord

manas

  1. mijn, van mij (bij het enkelvoud van een vrouwelijk woord in de genitief of het meervoud van een vrouwelijk woord in de nominatief, accusatief of vocatief)

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
manar

manas

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van manar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.