mech

Luxemburgs

Uitspraak
  • IPA: /məɕ/
enkelvoud meervoud
sterk zwak sterk zwak
nominatief echmir mer
accusatief mecheis / äis
datief mirmer
wederkerend mech
Woordafbreking
  • mech
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudhoogduitse mih.

Persoonlijk voornaamwoord

mech

  1. mij, me (accusatief van de eerste persoon enkelvoud)
    «Kënnt Dir mech verstoen?»
    Kunt u mij verstaan?
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.