meekwelen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van meekwelen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		meekwelen			mee te kwelen
onvoltooid	toekomend		zullen meekwelen mee zullen kwelen			te zullen meekwelen mee te zullen kwelen
voltooid	tegenwoordig		meegekweeld			te meegekweeld
voltooid	toekomend		meegekweeld zullen			meegekweeld te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	meekwelend		meegekweeld			ev. kweel mee	mv. verouderd kweelt mee	kwele mee (bijzin) meekwele
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
hoofdzin	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	kweel mee	kweelt mee	kweelt mee	kweelt mee	kweelt mee	kwelen mee	kwelen mee	kwelen mee
verleden (o.v.t.)	kweelde mee	kweelde mee	kweelde mee	kweelde mee	kweelde mee	kweelden mee	kweelden mee	kweelden mee
toekomend (o.t.t.t.)	zal meekwelen	zult/zal meekwelen	zult/zal meekwelen	zult meekwelen	zal meekwelen	zullen meekwelen	zullen meekwelen	zullen meekwelen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou meekwelen	zou meekwelen	zou(dt) meekwelen	zoudt meekwelen	zou meekwelen	zouden meekwelen	zouden meekwelen	zouden meekwelen
bijzin	.. dat ik	.. dat jij, je	.. dat u	.. dat gij	.. dat hij, zij, het	.. dat wij	.. dat jullie	.. dat zij
tegenwoordig (o.t.t.)	meekweel	meekweelt	meekweelt	meekweelt	meekweelt	meekwelen	meekwelen	meekwelen
verleden (o.v.t.)	meekweelde	meekweelde	meekweelde	meekweelde	meekweelde	meekweelden	meekweelden	meekweelden
toekomend (o.t.t.t.)	zal meekwelen mee zal kwelen	zult/zal meekwelen mee zult/zal kwelen	zult/zal meekwelen mee zult/zal kwelen	zult meekwelen mee zult kwelen	zal meekwelen mee zal kwelen	zullen meekwelen mee zullen kwelen	zullen meekwelen mee zullen kwelen	zullen meekwelen mee zullen kwelen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou meekwelen mee zou kwelen	zou meekwelen mee zou kwelen	zou(dt) meekwelen mee zou(dt) kwelen	zoudt meekwelen mee zoudt kwelen	zou meekwelen mee zou kwelen	zouden meekwelen mee zouden kwelen	zouden meekwelen mee zouden kwelen	zouden meekwelen mee zouden kwelen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.