menší

Slowaaks

Uitspraak
  • IPA: /mɛnʃiː/
Woordafbreking
  • men·ší
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *mьňьjь

Bijvoeglijk naamwoord

menší

  1. kleiner; vergrotende trap van malý


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /mɛnʃiː/
  • Geluid:  menší    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • men·ší
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *mьňьjь

Bijvoeglijk naamwoord

menší

  1. kleiner; vergrotende trap van malý
    «Petr je menší než moje sestra.»
    Petr is kleiner dan mijn zus.
  2. (figuurlijk) klein; niet groot
    «Přijel svým novým terénním autem; připomínalo takový menší tank.»
    Hij kwam in zijn nieuwe SUV aanrijden; die deed denken aan een kleine tank.
Verbuiging


Synoniemen
  1. pomenší
Antoniemen
  1. větší, nemenší
  2. větší
Afgeleide begrippen
  • nejmenší
  • nemenší
  • pomenší
  • sebemenší
  • zmenšit perfectief
Typische woordcombinaties
  • budníček menší mbezield
  • Menší odlehlé ostrovy Spojených států amerických monbezieldmv
  • menší zlo o
  • řád menších bratří monbezield
Verwante begrippen
  • méně / míň (bw.)
  • menševik m
  • menšina v
  • přinejmenším (bw.)

Verwijzingen

    Werkwoord

    menší

    1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord menšit
    2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord menšit
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.