moci
| Niet te verwarren met: mocí, močí |
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /mɔtsɪ/
- Geluid: moci (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mo·ci
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Slavische *moťi
Werkwoord
moci imperfectief
- kunnen; de mogelijkheid hebben
- «Můžu se stát bohatým.»
- Ik kan rijk worden.
- «Můžu se stát bohatým.»
- kunnen; het vermogen hebben
- kunnen, mogen; toestemming hebben
- «Mohli bychom si od vás, prosím, zatelefonovat?»
- Zouden wij van u alstublieft mogen telefoneren?
- «Mohli bychom si od vás, prosím, zatelefonovat?»
- verantwoordelijk dragen
- «Z toho vyplývá, že si za to můžeš sám.»
- Daar uit blijkt, dat je er zelf verantwoordelijk voor draagt.
- «Z toho vyplývá, že si za to můžeš sám.»
Vervoeging
| enkelvoud | meervoud | ||
|---|---|---|---|
| eerste persoon | mohu / můžu | můžeme | |
| tweede persoon | informeel | můžeš | můžete |
| formeel | můžete | ||
| derde persoon | může | mohou / můžou | |
Schrijfwijzen
- moct imperfectief
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- možnost v
- možný
- nemohoucí
Verwijzingen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Zelfstandig naamwoord
moci
- genitief enkelvoud van moc
- datief enkelvoud van moc
- vocatief enkelvoud van moc
- locatief enkelvoud van moc
- nominatief meervoud van moc
- accusatief meervoud van moc
- vocatief meervoud van moc
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.