molecuul
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: molecuul (hulp, bestand)
- IPA: /moləˈkyɫ/
Woordafbreking
- mo·le·cuul
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | molecuul | moleculen |
verkleinwoord | molecuultje | molecuultjes |
Zelfstandig naamwoord
molecuul v/m/o
- (scheikunde) een neutraal deeltje bestaande uit meer dan één door chemische bindingen bijeengehouden atomen
- Water bestaat uit molecuul H2O.
Schrijfwijzen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. het kleinste deeltje van een stof dat nog alle eigenschappen van die stof bezit
Gangbaarheid
- Het woord molecuul staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "molecuul" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.